Lidwoord voor huwelijksnacht
1
de huwelijksnacht m
aanwijzend voornaamwoord
deze huwelijksnacht, die huwelijksnacht
dichtbij deze huwelijksnacht
verder weg die huwelijksnacht
betrekkelijk voornaamwoord
de huwelijksnacht die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun huwelijksnacht
onbepaald voornaamwoord
elke huwelijksnacht
buigings-e
de grote huwelijksnacht, een grote huwelijksnacht