Lidwoord voor iftar
1
de iftar m
aanwijzend voornaamwoord
deze iftar, die iftar
dichtbij deze iftar
verder weg die iftar
betrekkelijk voornaamwoord
de iftar die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun iftar
onbepaald voornaamwoord
elke iftar
buigings-e
de grote iftar, een grote iftar