Lidwoord voor ijsthee
1
de ijsthee m
aanwijzend voornaamwoord
deze ijsthee, die ijsthee
dichtbij deze ijsthee
verder weg die ijsthee
betrekkelijk voornaamwoord
de ijsthee die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ijsthee
onbepaald voornaamwoord
elke ijsthee
buigings-e
de grote ijsthee, een grote ijsthee