Lidwoord voor ijzertijd
1
de ijzertijd m
aanwijzend voornaamwoord
deze ijzertijd, die ijzertijd
dichtbij deze ijzertijd
verder weg die ijzertijd
betrekkelijk voornaamwoord
de ijzertijd die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ijzertijd
onbepaald voornaamwoord
elke ijzertijd
buigings-e
de grote ijzertijd, een grote ijzertijd