Lidwoord voor insuline
1
de insuline v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze insuline, die insuline
dichtbij deze insuline
verder weg die insuline
betrekkelijk voornaamwoord
de insuline die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun insuline
onbepaald voornaamwoord
elke insuline
buigings-e
de grote insuline, een grote insuline