Lidwoord voor interieurverzorger
1
de interieurverzorger m
aanwijzend voornaamwoord
deze interieurverzorger, die interieurverzorger
dichtbij deze interieurverzorger
verder weg die interieurverzorger
betrekkelijk voornaamwoord
de interieurverzorger die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun interieurverzorger
onbepaald voornaamwoord
elke interieurverzorger
buigings-e
de grote interieurverzorger, een grote interieurverzorger