Lidwoord voor interviewer
1
de interviewer m
aanwijzend voornaamwoord
deze interviewer, die interviewer
dichtbij deze interviewer
verder weg die interviewer
betrekkelijk voornaamwoord
de interviewer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun interviewer
onbepaald voornaamwoord
elke interviewer
buigings-e
de grote interviewer, een grote interviewer