Lidwoord voor nuldejaars

1

de nuldejaars m/v

aanwijzend voornaamwoord
deze nuldejaars, die nuldejaars

dichtbij deze nuldejaars

verder weg die nuldejaars

betrekkelijk voornaamwoord
de nuldejaars die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun nuldejaars
onbepaald voornaamwoord
elke nuldejaars
buigings-e
de grote nuldejaars, een grote nuldejaars

Woorden die lijken op nuldejaars