Lidwoord voor isolatiecel
1
de isolatiecel v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze isolatiecel, die isolatiecel
dichtbij deze isolatiecel
verder weg die isolatiecel
betrekkelijk voornaamwoord
de isolatiecel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun isolatiecel
onbepaald voornaamwoord
elke isolatiecel
buigings-e
de grote isolatiecel, een grote isolatiecel