Lidwoord voor speelkameraad

1

de speelkameraad m

aanwijzend voornaamwoord
deze speelkameraad, die speelkameraad

dichtbij deze speelkameraad

verder weg die speelkameraad

betrekkelijk voornaamwoord
de speelkameraad die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun speelkameraad
onbepaald voornaamwoord
elke speelkameraad
buigings-e
de grote speelkameraad, een grote speelkameraad

Woorden die lijken op speelkameraad