Lidwoord voor jeugdcriminaliteit
1
de jeugdcriminaliteit v
aanwijzend voornaamwoord
deze jeugdcriminaliteit, die jeugdcriminaliteit
dichtbij deze jeugdcriminaliteit
verder weg die jeugdcriminaliteit
betrekkelijk voornaamwoord
de jeugdcriminaliteit die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun jeugdcriminaliteit
onbepaald voornaamwoord
elke jeugdcriminaliteit
buigings-e
de grote jeugdcriminaliteit, een grote jeugdcriminaliteit