Lidwoord voor jeugdherberg
1
de jeugdherberg v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze jeugdherberg, die jeugdherberg
dichtbij deze jeugdherberg
verder weg die jeugdherberg
betrekkelijk voornaamwoord
de jeugdherberg die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun jeugdherberg
onbepaald voornaamwoord
elke jeugdherberg
buigings-e
de grote jeugdherberg, een grote jeugdherberg