Lidwoord voor jugendstil

1

de jugendstil m

aanwijzend voornaamwoord
deze jugendstil, die jugendstil

dichtbij deze jugendstil

verder weg die jugendstil

betrekkelijk voornaamwoord
de jugendstil die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun jugendstil
onbepaald voornaamwoord
elke jugendstil
buigings-e
de grote jugendstil, een grote jugendstil