Lidwoord voor juffertje-in-'t-groen
1
het juffertje-in-'t-groen o
aanwijzend voornaamwoord
dit juffertje-in-'t-groen, dat juffertje-in-'t-groen
dichtbij dit juffertje-in-'t-groen
verder weg dat juffertje-in-'t-groen
betrekkelijk voornaamwoord
het juffertje-in-'t-groen dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun juffertje-in-'t-groen
onbepaald voornaamwoord
elk juffertje-in-'t-groen
buigings-e
het grote juffertje-in-'t-groen, een groot juffertje-in-'t-groen