Lidwoord voor karmeliet
1
de karmeliet m
aanwijzend voornaamwoord
deze karmeliet, die karmeliet
dichtbij deze karmeliet
verder weg die karmeliet
betrekkelijk voornaamwoord
de karmeliet die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun karmeliet
onbepaald voornaamwoord
elke karmeliet
buigings-e
de grote karmeliet, een grote karmeliet