Lidwoord voor kloosterleven

1

het kloosterleven o

aanwijzend voornaamwoord
dit kloosterleven, dat kloosterleven

dichtbij dit kloosterleven

verder weg dat kloosterleven

betrekkelijk voornaamwoord
het kloosterleven dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kloosterleven
onbepaald voornaamwoord
elk kloosterleven
buigings-e
het grote kloosterleven, een groot kloosterleven

Woorden die lijken op kloosterleven