Lidwoord voor krijgsheer
1
de krijgsheer m
aanwijzend voornaamwoord
deze krijgsheer, die krijgsheer
dichtbij deze krijgsheer
verder weg die krijgsheer
betrekkelijk voornaamwoord
de krijgsheer die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun krijgsheer
onbepaald voornaamwoord
elke krijgsheer
buigings-e
de grote krijgsheer, een grote krijgsheer