Lidwoord voor kwart
1
het kwart o
deel
aanwijzend voornaamwoord
dit kwart, dat kwart
dichtbij dit kwart
verder weg dat kwart
betrekkelijk voornaamwoord
het kwart dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kwart
onbepaald voornaamwoord
elk kwart
buigings-e
het grote kwart, een groot kwart
2
de kwart v(m)
interval
aanwijzend voornaamwoord
deze kwart, die kwart
dichtbij deze kwart
verder weg die kwart
betrekkelijk voornaamwoord
de kwart die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun kwart
onbepaald voornaamwoord
elke kwart
buigings-e
de grote kwart, een grote kwart