Lidwoord voor kwarts
1
het kwarts o
aanwijzend voornaamwoord
dit kwarts, dat kwarts
dichtbij dit kwarts
verder weg dat kwarts
betrekkelijk voornaamwoord
het kwarts dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kwarts
onbepaald voornaamwoord
elk kwarts
buigings-e
het grote kwarts, een groot kwarts