Lidwoord voor landschap
1
het landschap o
aanwijzend voornaamwoord
dit landschap, dat landschap
dichtbij dit landschap
verder weg dat landschap
betrekkelijk voornaamwoord
het landschap dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun landschap
onbepaald voornaamwoord
elk landschap
buigings-e
het grote landschap, een groot landschap