Lidwoord voor landschapschilder
1
de landschapschilder m
aanwijzend voornaamwoord
deze landschapschilder, die landschapschilder
dichtbij deze landschapschilder
verder weg die landschapschilder
betrekkelijk voornaamwoord
de landschapschilder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun landschapschilder
onbepaald voornaamwoord
elke landschapschilder
buigings-e
de grote landschapschilder, een grote landschapschilder