Lidwoord voor lasbril
1
de lasbril m
aanwijzend voornaamwoord
deze lasbril, die lasbril
dichtbij deze lasbril
verder weg die lasbril
betrekkelijk voornaamwoord
de lasbril die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun lasbril
onbepaald voornaamwoord
elke lasbril
buigings-e
de grote lasbril, een grote lasbril