Lidwoord voor lasapparaat

1

het lasapparaat o

aanwijzend voornaamwoord
dit lasapparaat, dat lasapparaat

dichtbij dit lasapparaat

verder weg dat lasapparaat

betrekkelijk voornaamwoord
het lasapparaat dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun lasapparaat
onbepaald voornaamwoord
elk lasapparaat
buigings-e
het grote lasapparaat, een groot lasapparaat

Woorden die lijken op lasapparaat