Lidwoord voor ligdag
1
de ligdag m
aanwijzend voornaamwoord
deze ligdag, die ligdag
dichtbij deze ligdag
verder weg die ligdag
betrekkelijk voornaamwoord
de ligdag die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ligdag
onbepaald voornaamwoord
elke ligdag
buigings-e
de grote ligdag, een grote ligdag