Lidwoord voor lijkrede
1
de lijkrede v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze lijkrede, die lijkrede
dichtbij deze lijkrede
verder weg die lijkrede
betrekkelijk voornaamwoord
de lijkrede die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun lijkrede
onbepaald voornaamwoord
elke lijkrede
buigings-e
de grote lijkrede, een grote lijkrede