Lidwoord voor luchtsluis
1
de luchtsluis v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze luchtsluis, die luchtsluis
dichtbij deze luchtsluis
verder weg die luchtsluis
betrekkelijk voornaamwoord
de luchtsluis die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun luchtsluis
onbepaald voornaamwoord
elke luchtsluis
buigings-e
de grote luchtsluis, een grote luchtsluis