Lidwoord voor majesteitsschennis

1

de majesteitsschennis v

aanwijzend voornaamwoord
deze majesteitsschennis, die majesteitsschennis

dichtbij deze majesteitsschennis

verder weg die majesteitsschennis

betrekkelijk voornaamwoord
de majesteitsschennis die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun majesteitsschennis
onbepaald voornaamwoord
elke majesteitsschennis
buigings-e
de grote majesteitsschennis, een grote majesteitsschennis