Lidwoord voor propyleen
1
het propyleen o
aanwijzend voornaamwoord
dit propyleen, dat propyleen
dichtbij dit propyleen
verder weg dat propyleen
betrekkelijk voornaamwoord
het propyleen dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun propyleen
onbepaald voornaamwoord
elk propyleen
buigings-e
het grote propyleen, een groot propyleen