Lidwoord voor medicijnkastje
1
het medicijnkastje o
aanwijzend voornaamwoord
dit medicijnkastje, dat medicijnkastje
dichtbij dit medicijnkastje
verder weg dat medicijnkastje
betrekkelijk voornaamwoord
het medicijnkastje dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun medicijnkastje
onbepaald voornaamwoord
elk medicijnkastje
buigings-e
het grote medicijnkastje, een groot medicijnkastje