Lidwoord voor minimumprogramma
1
het minimumprogramma o
aanwijzend voornaamwoord
dit minimumprogramma, dat minimumprogramma
dichtbij dit minimumprogramma
verder weg dat minimumprogramma
betrekkelijk voornaamwoord
het minimumprogramma dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun minimumprogramma
onbepaald voornaamwoord
elk minimumprogramma
buigings-e
het grote minimumprogramma, een groot minimumprogramma