Lidwoord voor kinderprogramma
1
het kinderprogramma o
aanwijzend voornaamwoord
dit kinderprogramma, dat kinderprogramma
dichtbij dit kinderprogramma
verder weg dat kinderprogramma
betrekkelijk voornaamwoord
het kinderprogramma dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun kinderprogramma
onbepaald voornaamwoord
elk kinderprogramma
buigings-e
het grote kinderprogramma, een groot kinderprogramma