Lidwoord voor moedersleutel
1
de moedersleutel m
aanwijzend voornaamwoord
deze moedersleutel, die moedersleutel
dichtbij deze moedersleutel
verder weg die moedersleutel
betrekkelijk voornaamwoord
de moedersleutel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun moedersleutel
onbepaald voornaamwoord
elke moedersleutel
buigings-e
de grote moedersleutel, een grote moedersleutel