Lidwoord voor mokkataart

1

de mokkataart v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze mokkataart, die mokkataart

dichtbij deze mokkataart

verder weg die mokkataart

betrekkelijk voornaamwoord
de mokkataart die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun mokkataart
onbepaald voornaamwoord
elke mokkataart
buigings-e
de grote mokkataart, een grote mokkataart