Lidwoord voor ijssalon
1
de ijssalon m
aanwijzend voornaamwoord
deze ijssalon, die ijssalon
dichtbij deze ijssalon
verder weg die ijssalon
betrekkelijk voornaamwoord
de ijssalon die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun ijssalon
onbepaald voornaamwoord
elke ijssalon
buigings-e
de grote ijssalon, een grote ijssalon