Lidwoord voor muur
1
de muur m
opstelling, wand
aanwijzend voornaamwoord
deze muur, die muur
dichtbij deze muur
verder weg die muur
betrekkelijk voornaamwoord
de muur die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun muur
onbepaald voornaamwoord
elke muur
buigings-e
de grote muur, een grote muur
2
de muur v(m)
plant
aanwijzend voornaamwoord
deze muur, die muur
dichtbij deze muur
verder weg die muur
betrekkelijk voornaamwoord
de muur die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun muur
onbepaald voornaamwoord
elke muur
buigings-e
de grote muur, een grote muur