Lidwoord voor muziekspeler
1
de muziekspeler m
aanwijzend voornaamwoord
deze muziekspeler, die muziekspeler
dichtbij deze muziekspeler
verder weg die muziekspeler
betrekkelijk voornaamwoord
de muziekspeler die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun muziekspeler
onbepaald voornaamwoord
elke muziekspeler
buigings-e
de grote muziekspeler, een grote muziekspeler