Lidwoord voor netwerkspeler

1

de netwerkspeler m

aanwijzend voornaamwoord
deze netwerkspeler, die netwerkspeler

dichtbij deze netwerkspeler

verder weg die netwerkspeler

betrekkelijk voornaamwoord
de netwerkspeler die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun netwerkspeler
onbepaald voornaamwoord
elke netwerkspeler
buigings-e
de grote netwerkspeler, een grote netwerkspeler

Woorden die lijken op netwerkspeler