Lidwoord voor natuurmonument
1
het natuurmonument o
aanwijzend voornaamwoord
dit natuurmonument, dat natuurmonument
dichtbij dit natuurmonument
verder weg dat natuurmonument
betrekkelijk voornaamwoord
het natuurmonument dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun natuurmonument
onbepaald voornaamwoord
elk natuurmonument
buigings-e
het grote natuurmonument, een groot natuurmonument