Lidwoord voor natuurgodsdienst
1
de natuurgodsdienst m
aanwijzend voornaamwoord
deze natuurgodsdienst, die natuurgodsdienst
dichtbij deze natuurgodsdienst
verder weg die natuurgodsdienst
betrekkelijk voornaamwoord
de natuurgodsdienst die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun natuurgodsdienst
onbepaald voornaamwoord
elke natuurgodsdienst
buigings-e
de grote natuurgodsdienst, een grote natuurgodsdienst