Lidwoord voor arbeidsonrust
1
de arbeidsonrust v(m)
aanwijzend voornaamwoord
deze arbeidsonrust, die arbeidsonrust
dichtbij deze arbeidsonrust
verder weg die arbeidsonrust
betrekkelijk voornaamwoord
de arbeidsonrust die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun arbeidsonrust
onbepaald voornaamwoord
elke arbeidsonrust
buigings-e
de grote arbeidsonrust, een grote arbeidsonrust