Lidwoord voor nieuwsdienst
1
de nieuwsdienst m
aanwijzend voornaamwoord
deze nieuwsdienst, die nieuwsdienst
dichtbij deze nieuwsdienst
verder weg die nieuwsdienst
betrekkelijk voornaamwoord
de nieuwsdienst die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun nieuwsdienst
onbepaald voornaamwoord
elke nieuwsdienst
buigings-e
de grote nieuwsdienst, een grote nieuwsdienst