Lidwoord voor concertpodium
1
het concertpodium o
aanwijzend voornaamwoord
dit concertpodium, dat concertpodium
dichtbij dit concertpodium
verder weg dat concertpodium
betrekkelijk voornaamwoord
het concertpodium dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun concertpodium
onbepaald voornaamwoord
elk concertpodium
buigings-e
het grote concertpodium, een groot concertpodium