Lidwoord voor onderwijsvakbond
1
de onderwijsvakbond m
aanwijzend voornaamwoord
deze onderwijsvakbond, die onderwijsvakbond
dichtbij deze onderwijsvakbond
verder weg die onderwijsvakbond
betrekkelijk voornaamwoord
de onderwijsvakbond die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun onderwijsvakbond
onbepaald voornaamwoord
elke onderwijsvakbond
buigings-e
de grote onderwijsvakbond, een grote onderwijsvakbond