Lidwoord voor oproepcontract
1
het oproepcontract o
aanwijzend voornaamwoord
dit oproepcontract, dat oproepcontract
dichtbij dit oproepcontract
verder weg dat oproepcontract
betrekkelijk voornaamwoord
het oproepcontract dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun oproepcontract
onbepaald voornaamwoord
elk oproepcontract
buigings-e
het grote oproepcontract, een groot oproepcontract