Lidwoord voor osteologie
1
de osteologie v
aanwijzend voornaamwoord
deze osteologie, die osteologie
dichtbij deze osteologie
verder weg die osteologie
betrekkelijk voornaamwoord
de osteologie die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun osteologie
onbepaald voornaamwoord
elke osteologie
buigings-e
de grote osteologie, een grote osteologie