Lidwoord voor osteoporose
1
de osteoporose v
aanwijzend voornaamwoord
deze osteoporose, die osteoporose
dichtbij deze osteoporose
verder weg die osteoporose
betrekkelijk voornaamwoord
de osteoporose die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun osteoporose
onbepaald voornaamwoord
elke osteoporose
buigings-e
de grote osteoporose, een grote osteoporose