Lidwoord voor paprikapoeder
1
het/de paprikapoeder o+m
aanwijzend voornaamwoord
dit paprikapoeder, dat paprikapoeder
dichtbij dit paprikapoeder
verder weg dat paprikapoeder
betrekkelijk voornaamwoord
het paprikapoeder dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun paprikapoeder
onbepaald voornaamwoord
elk paprikapoeder
buigings-e
het grote paprikapoeder, een groot paprikapoeder
aanwijzend voornaamwoord
deze paprikapoeder, die paprikapoeder
dichtbij deze paprikapoeder
verder weg die paprikapoeder
betrekkelijk voornaamwoord
de paprikapoeder die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun paprikapoeder
onbepaald voornaamwoord
elke paprikapoeder
buigings-e
de grote paprikapoeder, een grote paprikapoeder