Lidwoord voor parallel

1

de parallel v(m)

aanwijzend voornaamwoord
deze parallel, die parallel

dichtbij deze parallel

verder weg die parallel

betrekkelijk voornaamwoord
de parallel die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun parallel
onbepaald voornaamwoord
elke parallel
buigings-e
de grote parallel, een grote parallel

Woorden die lijken op parallel