Lidwoord voor weersvoorspelling
1
de weersvoorspelling v
aanwijzend voornaamwoord
deze weersvoorspelling, die weersvoorspelling
dichtbij deze weersvoorspelling
verder weg die weersvoorspelling
betrekkelijk voornaamwoord
de weersvoorspelling die
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, onze, jullie, hun weersvoorspelling
onbepaald voornaamwoord
elke weersvoorspelling
buigings-e
de grote weersvoorspelling, een grote weersvoorspelling