Lidwoord voor pesticide
1
het pesticide o
aanwijzend voornaamwoord
dit pesticide, dat pesticide
dichtbij dit pesticide
verder weg dat pesticide
betrekkelijk voornaamwoord
het pesticide dat
bezittelijk voornaamwoord
mijn, jouw, uw, zijn, haar, ons, jullie, hun pesticide
onbepaald voornaamwoord
elk pesticide
buigings-e
het grote pesticide, een groot pesticide